deArchitect Mei-2002


deArchitect
dutch architecture magazine
Mei 2002

article:
Radical digitaal, computerprojecten van RAUW en LAb[au]

article by:
Anneloes van der Leun

featuring:
lightscapes, displacement map

article:

Radicaal digitaal, computerprojecten van RAUW en LAb[au]

De computer is een normaal verschijnsel geworden in de architectuur, zowel in het ontwerpproces als in het dagelijks functioneren van gebouwen. Realisering van computergegenereerde ontwerpen stuit in de praktijk echter nog steeds op moeizame productiemethoden. Nieuwe digitale technologieën vragen aan de ene kant om adequate theorievorming en tegelijkertijd transformeren ze de architectonische praktijk. Inmiddels is de technologische vernieuwing niet meer terug te draaien. Wanneer architectuur haar culturele relevantie wil behouden is het onmogelijk geworden aan de gevolgen van de digitale revolutie voorbij te gaan.

In de relatie tussen het gebruik van digitale technieken binnen architectenbureau's en de realisering


van projecten in de bouwpraktijk laten zich verschillende ontwerpmethoden onderscheiden. Binnen de architectuurwereld is het gebruik van allerhande software in het ontwerpproces inmiddels volledig ingeburgerd. Met de implementatie van software is het mogelijk geworden op basis van vele soorten informatie een ontwerpvisie te ontwikkelen binnen een breder denkkader. Slechts een klein aantal architecten maakt ontwerpen die door de computer gegenereerd zijn. Het exploreren van de mogelijkheden van de computer leidt in extremis tot onderzoek op fundamenteel theoretisch niveau in de virtuele ruimte. De vraag naar toepasbaarheid en functionaliteit is hier niet aan de orde. Voor sommige bureau's is dit onaanvaardbaar. Zij interessen zich wel degelijk voor het bouwen, en pogen om beiden interesses, computergestuurd ontwerpen en daadwerkelijk bouwen, met elkaar te verenigen. De discrepantie tussen theorie en praktijk leidt vooral bij jonge architecten tot een verschuiving van interessegebieden met een verbreding van het werkterrein tot gevolg.

Veel van hen beperken zich niet tot de eigenlijke praktijk van het bouwen, maar richten zich op onderzoek, zijn tegelijkertijd werkzaam in het onderwijs of gaan interdisciplinaire samenwerkingsverbanden aan. Juist de onderlinge uitwisseling van kennis en informatie, vaak door middel van electronische netwerken, biedt nieuwe perspectieven die vanuit verschillende invalshoeken verkend worden. Jonge architecten ontwikkelen als zodanig een visie op architectuur die verder reikt dan architectuur in strikte betekenis. Ze zijn bereid om over alle aspecten van de gebouwde omgeving na te denken, inclusief de brede maatschappelijke, culturele en economische context. Denkend vanuit een beweeglijk en breed denkkader is het maken van architectuur voor hen aanleiding om bestaande verhoudingen tussen politiek, economie en cultuur ter discussie te stellen. Een dergelijke experimentele ontwerpmethodiek uit zich allereerst in verbeelding van concepten. De vaardigheid voor nieuwe manieren van representatie en communicatie is in deze fase van groot belang.

... LAb[au], laboratory for architecture and urbanism, is een Brussels samenwerkingsverband


'collaborative agency' dat onderzoek doet naar de invloed van informatietechnologie op sociale en ruimtelijke structuren. In hun projecten streven de architecten Manuel Abendroth en Jerôme Decock in steeds wisselende werkgroepen naar het uitdenken van een nieuw ruimteconcept. Ze doen hiertoe onderzoek naar de mogelijkheden van nieuwe informatie - technologieën in relatie tot architectuur. Bovendien pogen zij een analytische bijdrage te leveren aan de hedendaagse theorieën over architectuur, media en cultuur. Centraal in hun benadering staat de overtuiging dat informatie - technologie geen representatie instrument is, maar een instrument dat nieuwe vitale mogelijkheden biedt om de fysieke en virtuele domeinen met elkaar te integreren.

In verschillende projecten en installaties hebben zij de structurering van informatie in netwerken en haar relatie met het concept ruimte verkend.' lightscapes, displacement maps' is een studie voor een verlichtingsplan op het Brusselse Heizelplateau in opdracht van de Belgische electriciteitsonderneming Electrabel-Sibelgaz. De studie onderzoekt de toepassing van licht op grote schaal in de stad naast de mogelijkheden van het begrip licht om een dynamisch stedelijke omgeving te creëren. Het project concentreert zich op de analyse van de perceptie van licht het beoogt een ruimtelijke ( 'light_topography') en temporele installatie ( 'light_urbanism' ).Onderzoek naar immateriële lichteigenschappen zoals de variabele parameters intensiteit, kleur, contrast en de interactieve mogelijkheden van licht leidde tot de ontwikkeling van een eigen software program. Gekoppeld aan het licht ter plaatse is deze in staat lichtlandschappen te genereren, afhankelijk van in de tijd veranderlijke variabelen en processen. Licht anticipeert als zodanig op temporele gebeurtenissen en infrastructurele activiteiten en vertaalt deze in bewegelijke driedimensionale configuraties _ lightscapes. Dergelijke procesmatige dynamische architectuur is volgens LAb[au] gelijk aan informatiearchitectuur. Ze spreken daarom ook wel van een metadesign; In de kruising van analoge en digitale werelden is lab[au] het meest geïnteresseerd. In hybride omgeving zoeken ze naar methodologie voor het structureren en uitwisseln van matie op sociaal-cultureel, economisch en politiek vlak.


Door alle informatie als binaire informatie op te vatten ontstaat een digitaal transformatieplatform waarop beeld gelijk is aan ruimte, en tegelijkertijd ruimte gelijk is aan geluid.In een dergelijke hypermediale omgeving zijn de klassieke notie van eenheid van tijd, ruimte en handeling op de helling gezet.1 Maar vooral de tijdelijke 'modes' van het onderzoek, installaties zoals 'i-skin' tijdens Avignon 2000 exhibition, en het langlopende project 'space navigabl music', laten de essentie van hun experimenten zien. In een dergelijke hypermediale omgeving zijn grenzen opgeheven en wordt de klassieke notie van eenheid van tijd, ruimte en handeling op de helling gezet.Steeds staat de ervaring van de reële wereld in het verlengde van de digitale wereld. Op zeer inventieve wijze biedt de scenografie van de installaties de gebruiker de gelegenheid binnen te dringen in een ruimte waar beeld architectuur wordt. De computer is op zichzelf slechts een instrument dat op verschillende wijzen en met verschillende doelen te gebruiken is. Met welk doel ze in de praktijk wordt toegepast is in de eerste plaats afhankelijk van een specifieke ontwerpvisie. In de tweede plaats is het gebruik van software of ontwikkeling van software afhankelijk van interessen en benaderingen. Dit leidt op zich al tot uiteenlopende resultaten en deze zijn als zodanig niet onder één noemer te plaatsen. Met de verdere ontwikkeling van de computertechnologie zullen nieuwe perspectieven zich aftekenen. Voor de architectuur in het bijzonder betekent dit nieuwe inzichten die de creativiteit van ontwerpers tot uitersten zal opdrijven.


More about deArchitect Mei-2002 →